Wat betekenen de performance scores van Google PageSpeed eigenlijk?

Product Manager Victor vertelt je alles over de scores van Google PageSpeed

In een eerder artikel heb ik het gehad over wat Google PageSpeed is en waar het voor gebruikt wordt. Dat het een handig rapport is, is duidelijk, maar wat houden de scores van het rapport eigenlijk in? Afkortingen zoals LCP, CLS, FCP en ga zo maar door; leuke termen om mee rond te strooien op kantoor, maar ze betekenen natuurlijk ook wat. In dit artikel ga ik daar dieper op in.

wat-is-pagespeed

Als je een Google PageSpeed rapport bekijkt, dan zie je dat de termen nogal door elkaar lopen. Je ziet eerst de Core Web Vitals, gevolgd door de vier indicatoren van 0-100 (Lab Diagnostics) en dan zijn er per indicator nog aanbevelingen waar de Core Web Vitals ook weer genoemd worden. Dit kan nogal verwarrend zijn.

Breed gezegd zijn er de zogeheten User Centric Indicators, waar de Core Web Vitals onder vallen en zijn er de Lab Diagnostics categorieën (Performance, Accessibility, Practices en SEO). Het belangrijkste van die vier categorieën is Performance en die wordt getoetst op de User Centric Indicators. Met User Centric wordt de laadtijd bedoeld die de gebruiker daadwerkelijk ervaart. De Lab Diagnostics score is breder dan laadsnelheid op zich, het gaat hier meer om een algehele score voor de hele technische opbouw van een pagina.

Elke score krijgt een stoplicht-kleur. Ook als je niet weet waar het over gaat is het dus makkelijk om te zien wat Google ervan vindt; rood is slecht, oranje geeft ruimte voor verbetering en groen is goed.

User Centric Indicators

Core Web Vitals

Google hanteert een aantal indicatoren waarop ze de snelheid van een website beoordelen. Allereerst zijn er de zogenaamde 'Core Web Vitals'. Ten tijde van schrijven gaat het om de volgende drie, maar het kan zijn dat dit in de toekomst weer verandert.

  • LCP (Largest Contentful Paint)
    Het gaat hierbij om de waar te nemen laadsnelheid. Hoe lang het duurt voordat daadwerkelijk het grootste stuk tekst of de grootste afbeelding is geladen. Het streven hiervoor is onder de 2,5 seconden.

  • INP (Interaction to Next Paint)
    Dit gaat over de snelheid van de pagina voor gebruikers bij interactie. Oftewel, hoe lang het duurt voordat de pagina reageert bij klikken of het gebruik van toetsen van het toetsenbord, bijvoorbeeld. Het gaat hier om een streven van 200ms of minder.

  • CLS (Cumulative Layout Shift)
    Dat begrip is misschien wat vaag, maar het gaat hier om veranderingen in layout die waar te nemen zijn. Het beste voorbeeld is lettertypen die later pas ingeladen worden. Je komt op een website en ziet daadwerkelijk de lettertypen veranderen van het systeem font, naar het ingeladen font. Dat is iets wat Google niet graag ziet.

Andere indicatoren

Naast de Web Vitals zijn er nog een aantal additionele 'User-Centric' indicatoren:

  • FCP (First Contentful Paint)
    De First Contentful Paint meet hoe lang het duurt voordat de eerste tekst of afbeelding op een pagina wordt geladen. Het is een belangrijke indicator van de perceptie van laadsnelheid door de gebruiker.

  • TBT (Total Blocking Time)
    De Total Blocking Time meet de totale tijd na de First Contentful Paint (FCP) waarin de belangrijkste verwerking van de browser werd geblokkeerd. Dit betekent dat de browser in die tijd niet snel genoeg kon reageren op gebruikersinvoer, wat kan leiden tot een minder vloeiende gebruikerservaring.

  • TTFB (Time to First Byte)
    Time to First Byte meet hoe snel de server reageert op een verzoek en de eerste byte gegevens terugstuurt naar de browser. Dit is een cruciale maatstaf voor serverprestaties en heeft een directe impact op de laadsnelheid van de pagina.

Lab diagnostics

Daarnaast hanteert Google een aantal categorieën die ze scoren van 0-100 waarmee ze eigenaren van websites een meer algeheel beeld willen geven hoe hun website technisch scoort (zie hieronder een afbeelding van onze eigen PageSpeed score uit ons Product Management Rapport). In het PageSpeed Insights rapport staan deze metrics onder ‘Diagnose performance issues’ :

  • Performance
    Dit gaat puur om laadsnelheid. Alle Web Vitals en User-Centric indicatoren komen hier in terug. Over het algemeen is dit ook waar de meeste mensen naar kijken.

  • Accessibility
    Het gaat hier om de technische toegankelijkheid van een website. Dat klinkt wat vaag, maar denk aan aspecten als de H1-H6 structuur van een website en correcte naam-attributen voor knoppen.

  • Best Practices
    Deze categorie bevat een verzameling richtlijnen die Google essentieel acht voor elke website. Een voorbeeld hiervan is het optimaliseren van afbeeldingen door ze in de juiste resolutie te leveren.

  • SEO
    Deze categorie is erg belangrijk en wordt vaak over het hoofd gezien. Het omvat onder andere meta-titels en beschrijvingen van pagina's, maar ook alt-attributen voor afbeeldingen spelen hierin een rol.

(De Lab Diagnostics score van de Super Interactive website uit ons Product Management Rapport, Google telt van 0-100. We scheppen niet graag op maar zijn er wel trots op!)

Meer weten over de scores van PageSpeed en wat ze voor jouw website betekenen?

Ik ga graag met je dieper in gesprek over wat de cijfers in houden en hoe ze belangrijk kunnen zijn voor jouw website. Je kunt hier contact met ons opnemen.